Mens en noodlot
Mens en noodlot.
Voordat ik op de aarde kwam
toonde men mij mijn levenspad,
gevuld met kommer en gram,
met lijden en met tranennat;
slachtoffer van mijn eigen streken,
met fouten en als resultaat
een plotse toorn om mijn gebreken,
met hoogmoed, schaamte, trots en haat.
Ik zag echter ook de vreugdedagen
vol licht en met al wat men droomt,
zonder verzoekingen, zonder klagen,
waarin de bron van 't goede stroomt;
waar liefde hen die stofflijk zijn
de vreugde van de vrijheid schenkt
en waar de mens verlost van pijn
als uitverkorenen van de geesten denkt...
Men toonde mij het kwaad en goed,
men toonde mij de fouten van mijn kant,
men toonde mij mijn wonden en bloed,
men toonde mij de engelen en hun helpende hand...
Toen ik dit komend leven zag
welde plotseling de vraag bij mij:
wilde ik dit leven dat voor mij lag,
want ‘t uur der waarheid was nabij...
Ik overzag nogmaals het kwade;
'Dit leven aanvaard ik bewust',
antwoordde ik toen vastberaden
en nam mijn noodlot in alle rust...
Zo was het toen ik op aarde kwam,
zo ook begon mijn levensgloren;
geen klacht over 't leven dat ik op mij nam,
want ja" zei ik voor ik werd geboren!
Auteur onbekend.